Mestonderzoek middels McMaster methode
Sinds kort werken wij op de praktijk met de McMaster methode voor mestonderzoek. Met de McMaster telkamer kunnen wij nauwkeurig een ei-telling uitvoeren om te zien of er een worminfectie aanwezig is op uw bedrijf. Het voordeel van deze methode is dat verschillende wormeieren herkend kunnen worden en vastgesteld kan worden hoe ernstig de besmetting is, dit biedt de mogelijkheid om doelgericht (ontwormings)advies te geven. Een lage hoeveelheid eieren betekent dat er geen probleem is en dat er niet ontwormd hoeft te worden. Pas wanneer het aantal eieren per gram mest (EPG) boven een grenswaarde komt, is ontworming gewenst of zelfs vereist.
Het onderzoek is gericht op wormen en coccidiose, die veel problemen kunnen veroorzaken op een bedrijf. Ook is het mogelijk een monster te onderzoeken op leverbot.
De te onderzoeken mestmonsters kunt u afgegeven op de praktijk, of meegegeven aan de dierenarts. U kunt een mengmonster van meerdere dieren, of monsters van individuele dieren inleveren. Vermeld wel altijd bij het monster of het een mengmonster of individueel monster betreft.
Het is tevens ook mogelijk om resistentie tegen een ontwormmiddel op uw bedrijf te bepalen, dit kan in overleg met de dierenarts.
Het monster wordt onderzocht in ons laboratorium en de uitslag krijgt u per e-mail toegezonden. Doordat we de McMaster-test vanaf nu intern uitvoeren kunnen we de uitslag sneller verstrekken.
Met dit onderzoek kunnen wij worminfecties bij schapen, geiten, runderen en (hobby)varkens onderzoeken.
juni 2015/Herkauwerspraktijk De Overlaet/Jessica vd Walle
Sms ipv bellen per mei 2015
In de vorige nieuwsbrief hebben wij u geïnformeerd op welke manieren medicijnbestellingen bij ons verwerkt en verzonden worden.
Een deel van de medicijnen worden door de dierenartsen meegenomen wanneer ze op bedrijfsbezoek gaan. Een dag voorafgaande aan dit bedrijfsbezoek bellen onze assistentes om te informeren of er medicijnen nodig zijn.
Per 1 mei zullen we deze telefoontjes gaan vervangen door het versturen van een sms. Deze sms is een reminder dat de afspraak met de dierenarts de dag erna op de planning staat, maar ook een vraag of er nog medicijnen nodig zijn. U kunt dan, op een voor u gunstig moment, terugbellen of een e-mail sturen om uw bestelling door te geven.
Wij hopen dat we met deze nieuwe manier van communiceren u nog steeds dezelfde service kunnen verlenen zoals u van ons gewend bent.
Herkauwerspraktijk de Overlaet, april 2015, Greetje van Bakel
Rectificatie Bedrijfsbehandelplan Herkauwers
Helaas is er ondanks de intensieve controle vooraf een foutje geslopen in het huidige Bedrijfsbehandelplan Melkvee en Vleesvee. Bij het advies voor behandeling van een dikke hak/knie staan voor Depocilline verkeerde wachttijden vermeld. De correcte wachttijden zijn 4 dagen voor de melk en 7 dagen voor het vlees.
Herkauwerspraktijk de Overlaet, april 2015, Wiel van den Ekker
One Health in Oss – symposium op 26 maart 2015
Onlangs was er in het gemeentehuis van Oss een One Health bijeenkomst. Mede naar aanleiding van onder andere het Q-koorts verleden rondom Oss is deze One Health bijeenkomst georganiseerd.
Wat is One Health?
De gezondheid van mensen hangt samen met de gezondheid van dieren. Door deze twee werelden dichter tot elkaar te brengen verbeteren we de gezondheid van beiden en maken daar één wereld van: One Health.
De organisatie van deze bijeenkomst bestond uit twee huisartsen, een beleidsmedewerker van de gemeente Oss, een GGD medewerkster en een dierenarts van Diergeneeskundig Centrum de Overlaet.
Doel van de avond was om huisartsen en dierenartsen werkzaam in de gemeente Oss kennis te laten maken met elkaar en elkaars werelden. Zo was er een spreker over de risico’s van intensief contact met huisdieren. Honden slapend bij mensen in bed, katten op het aanrecht, honden en kattendrollen in speeltuintjes etc. Deze spreker wilde vooral de huisartsen de boodschap meegeven dat als een patiënt zich meldt het goed kan zijn om in het achterhoofd te houden dat die mensen ook (zieke)huisdieren kunnen hebben. De tweede spreekster, arts infectieziekten bij het RIVM, nam de deelnemers mee in een verhaal over antibioticagebruik bij mens en dier. In de veehouderij is een enorme afname gerealiseerd van antibioticagebruik. Het zou mooi zijn wanneer in het gezelschapsdieren- en in het humane segment ook een afname gerealiseerd kan worden, want ook daar zijn nog reducties te behalen.
Opvallend aan de avond was om te zien dat het aantal aanwezige dierenartsen veel groter was dan het aantal huisartsen. Vanuit onze dierenartsenpraktijk waren we ook zeer goed vertegenwoordigd. Onze dierenartsen zagen het belang van een dergelijke bijeenkomst zeker in, en hopen dat er in samenwerking met de gemeente nog een mooi vervolg zal komen op deze 1e stap in samenwerking tussen huis- en dierenarts.
Het is niet de eerste keer dat dierenartsen van De Overlaet contact hebben gelegd met de huisartsen in Oss en omstreken. Al in 2011 heeft dierenarts John Vonk samen met huisarts Sjaak van Dorst een bijeenkomst voor 23 huisartsen op de praktijk georganiseerd. Toen hebben we aandacht besteed aan de zoönosen Salmonella en Ziekte van Weil.
Herkauwerspraktijk de Overlaet, april 2015, Greetje van Bakel en John Vonk
ISO Certificering
Het nieuwe jaar is al weer even bezig, het eerste kwartaal is zelfs alweer voorbij. Tijd om weer even stil te staan bij onze interne audits. Het is goed om hier meerdere keren per jaar een moment voor in te plannen. Werken we nog wel op de manier die we hebben vastgelegd in onze protocollen? Zijn er nieuwe manieren van werken bijgekomen, die nog in een protocol vastgelegd moeten worden?
Afgelopen september hebben we onze 2e externe audit gehad. Opnieuw was het een spannende dag, zal het wel goed gaan? Zijn we niks vergeten? Wat zal de auditor er van denken? Maar gedurende zo’n dag groeit eigenlijk alleen maar het enthousiasme, en neemt de spanning per minuut af. Het blijft leuk om vol trots te praten over je praktijk en manier van werken, daar krijg je weer flinke energie van!
Maar zo’n dag is niet alleen een goede dag om energie van te krijgen, ook inzicht is een belangrijk woord voor die dag. Bij iedere vraag die de auditor stelt kan er bij ons een lampje gaan branden omdat we ons realiseren “oh, dat is interessant, daar hebben we nog niet eerder aan gedacht!”.
En dan, wanneer de externe audit voorbij is, is het een kwestie van snel aan de slag gaan. Aanpakken en energie erin houden. En mocht de energie dan toch nog wegzakken, dan krijgen we gewoon in april een reminder in onze agenda dat het de hoogste tijd is om weer eens een interne audit te doen.
Herkauwerspraktijk de Overlaet, april 2015, Greetje van Bakel
Even voorstellen….
Bij Herkauwerspraktijk de Overlaet worden de dierenartsen ondersteund door assistentes. Graag stellen wij onze herkauwassistentes in deze nieuwsbrief aan u voor.
Sandra Sengers en Jessica van der Walle zorgen er samen voor dat, 5 dagen in de week, alle herkauwondersteunende taken in de dierenartsenpraktijk worden uitgevoerd. Met jarenlange werkervaring binnen onze praktijk zijn deze twee assistentes goed voorbereid op vragen uit het veld.
Heeft u een (kleine)herkauwers-vraag? Sandra en Jessica helpen u graag verder!
Herkauwerspraktijk de Overlaet, april 2015, Greetje van Bakel
IBR / BVD
Onlangs heeft ZLTO, bij ons in het praktijkpand, een voorlichtingsavond gehouden over de aanpak van IBR en BVD in Nederland. Er komt per 1 januari 2017 een verplicht programma voor beide ziektes vertelde Toon van Hoof. Hoe dit programma er in detail uit gaat zien is nog onduidelijk.
Toon heeft uitgelegd aan de veehouders waarom deze besluiten genomen zijn en hoe de besluitvorming tot stand is gekomen. Alle sectoren hebben aangegeven de aanpak van IBR en BVD te willen ondersteunen.
Ook heeft dierenarts Wiel van den Ekker op deze avond verteld over de verschijnselen van beide aandoeningen en over de aanpak op bedrijfsniveau.
Voor wat betreft IBR is het advies om eerst een tankmelkonderzoek te laten uitvoeren op afweerstoffen tegen IBR. Indien de uitslag laat zien dat er geen afweerstoffen zijn aangetoond, betekent dit dat er minder dan 10% besmette dieren op het bedrijf aanwezig zijn. De goedkoopste aanpak is vervolgens doorgaan met het IBR-tankmelk-programma. Hierbij wordt 9 x per jaar een tankmelkmonster op afweerstoffen onderzocht. Indien deze uitslagen 2 jaar lang negatief zijn kan het bedrijf de IBR-vrij status aanvragen. De dieren die ouder zijn dan 6 jaar moeten dan nog via bloedonderzoek onderzocht worden op afweerstoffen en indien die negatief zijn is het bedrijf IBR-vrij.
Indien bovengenoemd tankmelkmonster positief is kan men gaan testen op individueel niveau en de dieren met afweerstoffen opruimen.
In beide gevallen is het verstandig om ook te vaccineren tegen IBR: de vrije bedrijven kunnen dan vrij blijven en de positieve bedrijven zorgen er voor dat er geen nieuwe infecties in het bedrijf ontstaan.
Wat BVD betreft kunnen we de status laten bepalen door middel van een BVD-Quickscan. Indien het tankmelk geen afweerstoffen en geen virus bevat, kan het bedrijf zich aanmelden voor BVD-tankmelk-onverdacht-programma. Er wordt dan 4 x per jaar een tankmelkmonster onderzocht op BVD-afweerstoffen. Na 2 jaar een gunstige uitslag te hebben ontvangen kan het bedrijf zich aanmelden voor het BVD-gecertificeerd-vrij certificaat. Er dienen dan nog 5 dieren in de leeftijd van 8 tot 12 maanden en 5 dieren van 18 tot 24 maanden onderzocht te worden op afweerstoffen.
Indien de Quickscan ongunstig uitvalt kan men het beste met de dierenarts overleggen over de meest geschikte aanpak.
BVD-vrij WORDEN is helaas niet hetzelfde als BVD-vrij BLIJVEN!!!!! Indien men het virus buiten de deur wil houden kan een vaccinatie tegen BVD ingezet worden.
Herkauwerspraktijk de Overlaet, april 2015, Wie van den Ekker
Analyse biestmanagement bij pasgeboren kalveren
De eigen afweer van een kalf wordt geleidelijk na de geboorte opgebouwd. Tijdens de eerste levensweken is deze afweer nog onvoldoende om het kalf te beschermen tegen ziekteverwekkers. Immunoglobulinen (Ig) (antistoffen) in de biest van de koe zorgen voor bescherming van het kalf tijdens de eerste levensweken (passieve immuniteit).
Het op tijd verstrekken van voldoende biest van goede kwaliteit is dus van belang. Alleen de eerste 24 uur is de wand van de dunne darm passabel om de in biest aanwezige immunoglobulinen op te nemen. De doorlaatbaarheid van de darmen neemt langzaam af en is 6 uur na de geboorte al minder dan 40%. Er zijn verschillende immunoglobulinen, maar vooral IgG wordt via de biest opgenomen.
Dit IgG-gehalte in het bloed is een goede indicator voor hoe goed de biest is en hoe goed deze is opgenomen door het kalf. Het IgG-gehalte in het bloed kun je meten bij kalveren tussen 2 en 5 dagen oud. Er zijn verschillende methoden om het IgG-gehalte te bepalen. Het bepalen van het IgG- gehalte bij de Gezondheidsdienst voor dieren is een bewerkelijke en dure testmethode.
Uit eerder onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen het IgG-gehalte en de hoeveelheid totaal eiwit minus het albuminegehalte. Deze bepaling kan op de praktijk uitgevoerd worden en dit is een relatief eenvoudige, snelle en goedkope methode.
De afgelopen tijd heeft DC de Overlaet onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van deze eenvoudige bepaling. Hiervoor zijn een aantal bedrijven benaderd waarbij bij een aantal kalveren tussen 2 en 5 dagen leeftijd bloed afgenomen is. Van dit bloed is het totaal eiwit minus het albuminegehalte bepaald. Aan de hand van een vragenlijst over de biestverstrekking en het meten van de biestkwaliteit met een biestmeter zijn een aantal adviezen naar voren gekomen:
De belangrijkste adviezen die uit dit onderzoek naar voren komen zijn:
- Melk de koe kort na de geboorte helemaal uit en bewaar deze biest. Deze biest heeft de beste kwaliteit.
- Verstrek biest van goede kwaliteit. Dit kan gemeten worden met een biestmeter, zorg hierbij dat de biest op kamertemperatuur is.
- Verstrek kort na de geboorte de eerste biest, minimaal 2 tot 4 liter.
- Verstrek de tweede keer ook nog eerste biest indien mogelijk.
- Geef de eerste 12 uur ongeveer 6 liter.
- Bewaar biest van goede kwaliteit in de vriezer voor noodgevallen.
Dit zijn in principe geen nieuwe baanbrekende adviezen maar in de praktijk blijkt het nodig om het biestmanagement onder de aandacht te brengen en veehouders te motiveren. Veehouders worden zich weer bewust van de waarde van goed biestmanagement.
DC de Overlaet blijft deze test in de toekomst aanbieden. Het is een eenvoudige methode om het biestmanagement op uw bedrijf te analyseren en eventuele problemen aan te pakken of uit te sluiten. Bij interesse of voor meer informatie kunt u terecht bij uw begeleidend dierenarts.
Herkauwerspraktijk de Overlaet, april 2015, AvZ
SCHAAP: Ontwikkeling resistentie Maag-Darm-Wormen
Haemonchus contortus, beter bekend als de rode lebmaagworm, zorgt ook dit jaar voor heel wat problemen bij schapen. Wij kregen de laatste weken meer meldingen binnen van ziekte en zelfs sterfte bij schapen ten gevolge van besmetting met deze wormsoort, ondanks behandeling met een wormmiddel. De sterfte vindt zowel bij oude dieren als lammeren plaats.
De rode lebmaagworm is een wormsoort die leeft in de lebmaag van lammeren en volwassen schapen. Omdat de volwassen wormen bloed zuigen, kunnen de schapen bij een massale infectie last krijgen van bloedarmoede. Dit kan leiden tot ziekte en in erge gevallen zelfs plotse sterfte tot in de weide. In tegenstelling tot de meeste wormsoorten veroorzaakt Haemonchus géén diarree, waardoor problemen vaak (te) laat worden opgemerkt.
Infecties met Haemonchus vinden, afhankelijk van de weersomstandigheden, plaats vanaf juni tot in het najaar. Het is dan ook raadzaam om in deze periode uw dieren regelmatig te controleren op bloedarmoede. Dit kan door te kijken naar de slijmvliezen in het oog: deze horen mooi roze te zijn, maar in geval van bloedarmoede worden ze lichter tot zelfs wit van kleur.
Door het natte weer van de voorbije weken kunnen Haemonchus-eitjes op de weide zich razendsnel ontwikkelen tot larven, die door lammeren en volwassen schapen tijdens het grazen worden opgenomen. Voorzichtigheid is dus momenteel zeker geboden!
De diagnose Haemonchus kan bevestigd worden door middel van een mestonderzoek. Wanneer er sprake is van een hoog aantal eitjes in de mest in combinatie met bloedarmoede moet er actie ondernomen worden.
Deze zomer wordt er meer resistentie geconstateerd tegen Ivermectine-producten als Ivomec, Noromectine, Cydectin en Dectomax. Laat daarom 1 x per jaar de werking van het gebruikte ontwormingsmiddel controleren. Dit kan 10 tot 14 dagen na het ontwormen. Op dat moment horen er geen wormeitjes in de mest te zitten. Is dit wel het geval dan wordt het tijd om op een andere strategie over te gaan.
Herkauwerspraktijk de Overlaet, september 2014, Wiel van den Ekker