De eigen afweer van een kalf wordt geleidelijk na de geboorte opgebouwd. Tijdens de eerste levensweken is deze afweer nog onvoldoende om het kalf te beschermen tegen ziekteverwekkers. Immunoglobulinen (Ig) (antistoffen) in de biest van de koe zorgen voor bescherming van het kalf tijdens de eerste levensweken (passieve immuniteit).
Het op tijd verstrekken van voldoende biest van goede kwaliteit is dus van belang. Alleen de eerste 24 uur is de wand van de dunne darm passabel om de in biest aanwezige immunoglobulinen op te nemen. De doorlaatbaarheid van de darmen neemt langzaam af en is 6 uur na de geboorte al minder dan 40%. Er zijn verschillende immunoglobulinen, maar vooral IgG wordt via de biest opgenomen.
Dit IgG-gehalte in het bloed is een goede indicator voor hoe goed de biest is en hoe goed deze is opgenomen door het kalf. Het IgG-gehalte in het bloed kun je meten bij kalveren tussen 2 en 5 dagen oud. Er zijn verschillende methoden om het IgG-gehalte te bepalen. Het bepalen van het IgG- gehalte bij de Gezondheidsdienst voor dieren is een bewerkelijke en dure testmethode.
Uit eerder onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen het IgG-gehalte en de hoeveelheid totaal eiwit minus het albuminegehalte. Deze bepaling kan op de praktijk uitgevoerd worden en dit is een relatief eenvoudige, snelle en goedkope methode.
De afgelopen tijd heeft DC de Overlaet onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van deze eenvoudige bepaling. Hiervoor zijn een aantal bedrijven benaderd waarbij bij een aantal kalveren tussen 2 en 5 dagen leeftijd bloed afgenomen is. Van dit bloed is het totaal eiwit minus het albuminegehalte bepaald. Aan de hand van een vragenlijst over de biestverstrekking en het meten van de biestkwaliteit met een biestmeter zijn een aantal adviezen naar voren gekomen:
De belangrijkste adviezen die uit dit onderzoek naar voren komen zijn:
- Melk de koe kort na de geboorte helemaal uit en bewaar deze biest. Deze biest heeft de beste kwaliteit.
- Verstrek biest van goede kwaliteit. Dit kan gemeten worden met een biestmeter, zorg hierbij dat de biest op kamertemperatuur is.
- Verstrek kort na de geboorte de eerste biest, minimaal 2 tot 4 liter.
- Verstrek de tweede keer ook nog eerste biest indien mogelijk.
- Geef de eerste 12 uur ongeveer 6 liter.
- Bewaar biest van goede kwaliteit in de vriezer voor noodgevallen.
Dit zijn in principe geen nieuwe baanbrekende adviezen maar in de praktijk blijkt het nodig om het biestmanagement onder de aandacht te brengen en veehouders te motiveren. Veehouders worden zich weer bewust van de waarde van goed biestmanagement.
DC de Overlaet blijft deze test in de toekomst aanbieden. Het is een eenvoudige methode om het biestmanagement op uw bedrijf te analyseren en eventuele problemen aan te pakken of uit te sluiten. Bij interesse of voor meer informatie kunt u terecht bij uw begeleidend dierenarts.
Herkauwerspraktijk de Overlaet, april 2015, AvZ